
- ↲ Samenleving & bestuur
- ↲ Beter besturen door innovatie
De tien vuistregels van awesome actieonderzoek
Bij het IPW geloven we dat de beste manier om publieke problemen op te lossen is door ze te actieonderzoeken. Maar wat is actieonderzoek naar publieke problemen? We delen onze top-tien vuistregels van actieonderzoek op basis van ruim tien jaar ervaring.
Wanneer doe je actieonderzoek?
Onderzoeken en actieonderzoeken. Wat is het verschil? Het doel van onderzoek is nooit om een probleem op te lossen, maar om meer inzicht te krijgen in een kwestie. Dat is bij actieonderzoek anders: het doel van actieonderzoek is namelijk wél oplossingen ontwikkelen. Dat klinkt eenvoudig, maar actieonderzoek gebruik je alleen bij het oplossen van ogenschijnlijk onmogelijke problemen. Dit zijn problemen waarvan niemand eigenlijk precies weet hoe ze in elkaar zitten en waarom ze bestaan. Er bestaat onvoldoende kennis over het probleem om één conclusie te kunnen trekken. Daardoor zijn er bij betrokkenen veel verschillende meningen over zowel het probleem als over de beste oplossing. Het heeft dan geen zin om nog meer te overleggen, onderzoeken, lezen of schrijven. Dit vergroot de verschillende meningen alleen maar uit.
Denk bijvoorbeeld aan armoede. Dit probleem is al zo oud als de mensheid en er is al eindeloos veel onderzoek naar gedaan. Toch leven nog altijd veel mensen in armoede en weten we ook nog lang niet alles over het probleem. En als je tien mensen vraagt om het probleem en de oplossing te schetsen, zul je tien verschillende antwoorden krijgen.
Kennis ontwikkelen door te dóen
In deze ogenschijnlijk onmogelijke situaties biedt actieonderzoek een uitweg. Door actief oplossingen te testen, leer je het probleem beter begrijpen en kun je stap voor stap de beste oplossing voor het probleem ontwikkelen. Je ontwikkelt meer kennis door te dóen, niet door nog meer te denken.
Dus heb je te maken met een ogenschijnlijk onmogelijk probleem? En zoek je naar een oplossing? Dan is actieonderzoek wat je nodig hebt.
Klik op de titels hieronder om de regel uit te klappen.
1 | Eerst doen, dan denken
Actieonderzoek is probleemoplossend onderzoek. Je wilt dat er iets verbetert voor burgers of professionals in situaties waar we eigenlijk nog niet zo goed van begrijpen hoe ze ontstaan zijn, laat staan hoe ze op te lossen zijn. En dat kan niet zonder actie, leerden we van Aristoteles. Als je niet weet of iets waar is of niet waar, werkt of niet werkt, moet je handelen om erachter te komen, wist hij. Dat is de enige manier om tot ware kennis te komen, die praktisch relevant is. Niet door eindeloos na te denken of boeken te lezen, maar door iets uit te proberen.
Als je onderzoek - zoals gebruikelijk is bij de meeste vormen van wetenschappelijk onderzoek - bestaat uit veel nadenken, lezen en overleggen over een probleem dan zijn je onderzoeksresultaten precies daar een reflectie van: je weet dan hoe je het beste over het probleem kunt denken, lezen en overleggen. Als je wilt weten hoe je het beste actie kunt ondernemen ten aanzien van een probleem, dan moet je dus niet gaan lezen, denken en overleggen, maar moet actie centraal staan binnen je onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan het armoedevraagstuk. We weten inmiddels precies wat armoede is, welke soorten ervan bestaan, welke gevolgen dit heeft voor individu en maatschappij. Maar daarmee hebben we het nog niet opgelost. Met actieonderzoek duik je de oplossing in. Je formuleert een handeling waarvan je verwacht dat die enige verbetering oplevert, voert deze uit en daarmee voed je je kennis over de aard van het probleem én de oplossing. Zo gaan probleemanalyse, ontwerp en oplossen hand in hand.
2 | Denk groot, maar begin klein
De actieonderzoeker heeft als doel iets ten positieve te veranderen in publieke problemen. En dit is niet gemakkelijk. Er spelen altijd professionele, bureaucratische, politieke en praktische belangen. En dit kunnen allemaal redenen zijn waarom bepaalde mensen die je nodig hebt voor je actieonderzoek niet met je mee willen doen. Het risico is dat je hierop stukloopt. En je niks voor elkaar krijgt. Daarom is het belangrijk vooral niet te groots te starten. Begin met een mini-oplossing. Als je armoede op wilt lossen, koop dan bijvoorbeeld eerst de schulden af van een of tien personen. En bedenk dan wat je allemaal geleerd hebt en hoe je die lessen vertaalt naar je volgende mini-oplossing. Deze stap-voor-stap-benadering is nodig om vooruit te komen in het complexe samenspel van alle problemen en belangen. En het zal je verbazen hoeveel je van een mini-oplossing kan leren over de grotere kwestie. Stap voor stap kun je de schaal van je actieonderzoek vergroten. Eerst een kleine actie, daar lessen uit trekken, dan een stapje groter. Begin met één persoon, dan tien, dan honderd, duizend. En misschien probeer je ooit voor iedereen armoede te eindigen.
3 | Observeer en stel je oordeel uit
Actieonderzoek gaat vaak gepaard met een sterk moreel besef. Je voelt de drang om de wereld beter te maken, de publieke vraagstukken doen een appel op je. Het kan soms bijna als onvermijdelijk voelen om actieonderzoek te doen. Het is van enorme meerwaarde bevlogen te zijn in de motivatie om actieonderzoek te doen. Maar in de uitvoering is het gevaarlijk. Het kan leiden tot een vertroebelde onderzoeksblik.
Het dagelijkse werk van de actieonderzoeker bestaat dan ook vooral uit observeren, uit goed om je heen kijken. Alleen door goed te kijken hoe mensen handelen, kun je interventies in de volgende stap aanpassen. Door goed te observeren, ontwikkel je de beste contextspecifieke kennis. Naarmate het actieonderzoek vordert kan de actieonderzoeker af en toe achterover zitten en gaan analyseren. Een analyse helpt om over alle stappen heen lessen over het hele project/actieonderzoek te trekken en de richting van het vervolg vast te stellen. Maar een analyse helpt ook om even uit de context te stappen en te kijken wat je geleerd hebt wat mogelijk ook op andere plekken of voor andere problemen toepasbaar is.
4 | Zet jezelf op het spel en ga voor succesvolle mislukking
Actieonderzoek is niet voor de weekhartigen. Ook Aristoteles erkende dit. Handelen om tot kennis te komen was volgens hem het meest moedige wat je kon doen. Veel moediger dan achter je bureau de wereldproblematiek overpeinzen. Het in het probleem stappen, daar iets proberen te veranderen. Dat brengt grote risico’s met zich mee. Je gaat iets doen waar je vooraf de uitkomst niet van kent. De kans dat je acties niet lukken is altijd aanwezig en soms best wel groot. En dan kan leiden tot nog meer problemen, kritiek en persoonlijke frustratie.
De kunst is om de mislukking vooraf in te calculeren. Wees je bewust dat je jezelf op het spel zet en dat het mis kan gaan. Het hoort er nou eenmaal bij. Sterker nog, een mislukte actie kan een enorme bron aan kennis opleveren. Het is vaak niet voor niks dat iets niet lukt. Sterker nog: het zegt veel over de oorzaken van je vraagstuk. Mislukkingen zijn dus rijk onderzoeksmateriaal. Om je persoonlijke frustratie te boven te komen, is het dus raadzaam om op het moment dat je actie mislukt, in de onderzoeksmodus te gaan. Ga op zoek naar wat je ervan kan leren. En formuleer op basis daarvan je volgende stap.
5 | Een voor allen, allen voor een
Publieke problemen oplossen vraagt enerzijds om het veranderen van technische zaken als bureaucratie, wetgeving en financieringsstromen. Anderzijds vraagt het heel vaak het veranderen van direct betrokken mensen. Sterker nog, regelmatig zijn zij de enige die het probleem daadwerkelijk kunnen oplossen. Ondanks dat het een flinke inspanning vraagt van de actieonderzoeker om de direct betrokkenen mee te nemen in je actieonderzoek. Toch doe je het liefst je actieonderzoek met hen, in plaats van alleen. Want zo kom je een stuk verder.
Zo kunnen we tien mensen helpen bij hun schulden, door gebruik te maken van een particulier fonds. Maar schuldhulpverlening moet verzorgd worden door de gemeente. Dus is het zinvoller om samen met de gemeente een permanente pot te ontwerpen die zij zelf gaat beheren. Dit vraagt wel om enig geduld en strategie. Maar op deze manier draag je wel bij aan verduurzaming van de oplossing.
De beste oplossingen ontstaan in de praktijk
6 | Iedereen is onderzoeker
Het leuke van samen actieonderzoek doen is dat iedereen kan onderzoeken. Niet iedereen is even geschikt om alle acties van een onderzoek uit te voeren. Je moet een bestuurder bijvoorbeeld niet vragen om uitvoerende taken op zich te nemen. En uitvoerende professionals worden meestal minder blij van het doorrekenen van beleidsplannen. Maar iedereen kan wel onderzoeken. Alle professionals en burgers zijn in staat om onderzoeksvragen te formuleren, te observeren wat er om hen heen gebeurt en daarop te reflecteren. Sterker nog, de beste actieonderzoekers zijn de professionals, ambtenaren en burgers die zelf het probleem dat ze onderzoeken aan den lijve ondervinden. Zij kennen de realiteit van het probleem als geen ander en weten dus het beste wat ze moeten onderzoeken.
7 | Pas de spelregels aan tijdens het spel
Het moge inmiddels duidelijk zijn: actieonderzoek is voor een groot deel tasten in het duister. Het is dan ook onmogelijk om vooraf een duidelijk actieonderzoeksplan op te stellen wat je van a tot z afloopt. Terwijl je actieonderzoek vordert, worden de actieonderzoeksvraag en hypothesen steeds duidelijker. En het is ook helemaal niet erg als je halverwege het over een totaal andere boeg moet gooien. Flexibel inspelen op het voortschrijdend inzicht is het devies. Dit vereist overigens wel dat je aan de andere betrokkenen in het actieonderzoek uitlegt waarom iets wijzigt, of nog beter: dat je samen de keuze tot verandering maakt.
Stel je komt erachter in je actieonderzoek naar armoede dat schulden toch niet de grootste oorzaak zijn, maar dat de gestegen energieprijzen dat zijn. Dan moet je je acties en onderzoek hier meteen op wijzigen. Dan ga je niet meer inzetten op het afkopen van schulden, maar ga je op zoek gaan naar manieren om de energieprijzen voor deze mensen omlaag te krijgen. Hierin wijkt het actieonderzoek radicaal af van traditioneel onderzoek. Om valide kennis op te doen, mag je normaliter geen wijzigingen aanbrengen in vooraf gestelde onderzoeksvragen of hypothesen. Je kunt slechts concluderen dat je hypothesen niet klopten. En eventueel een vervolgonderzoek starten. Bij actieonderzoek is het doel echter niet tot valide kennis over het probleem komen, maar het formuleren van praktisch relevante kennis over de oplossing. En daarvoor is het constant bijsturen essentieel.
8 | Zorg voor direct effect
Een actieonderzoek begint altijd klein en in de praktijk. Een actieonderzoek naar armoede begint met het helpen van een paar mensen die het niet breed hebben. Je moet hen bij je actieonderzoek betrekken. Dat is de enige manier om achter de directe oorzaken en gevolgen van de kwestie te komen. En niet alleen als kennisbron, in de zin van dat je ze een keer interviewt. Maar dat je echt aan de slag gaat hun probleem op te lossen.
Het kan natuurlijk zijn dat dit leidt tot een oplossing op beleidsniveau. Bijvoorbeeld het afschaffen van de kostendelersnorm. Je actieonderzoek is nog niet af als de intenties tot afschaffen zijn uitgesproken, het is pas echt klaar als er daadwerkelijk mensen worden geholpen door het schrappen van dit beleid. The proof of the pudding is in the eating. Het directe effect dat je actieonderzoek heeft op de mensen voor wie je het actieonderzoek doet is de enige graadmeter voor het succes van je actieonderzoek.
9 | Omarm de kennis die je opdoet
Tijdens een actieonderzoek doe je veel meer kennis op dan je kunt verwerken. Je werkt namelijk niet in een laboratorium waar je de omgeving kunt controleren en je onderzoek kunt richten. Bij publieke problemen werk je met veel mensen vanuit verschillende afdelingen, diensten en organisaties aan hetzelfde probleem. Dus als je armoede gaat actieonderzoeken, leer je bijvoorbeeld niet alleen iets over wat mensen in arme gezinnen nodig hebben. Je leert ook hoe je dit moet organiseren en welke wetten en regels je nodig hebt om die oplossing überhaupt mogelijk te maken. Je leert alle partijen rondom zo’n gezin te overtuigen hen te helpen. Je leert hoe je de wethouder en de raad meekrijgt om nieuwe interventies op armoede uit te proberen. En je leert alle betrokkenen vanuit één missie en visie arme gezinnen te helpen en onderzoeken.
Voordat je het weet leer je van alles, en vergeet je om even aan je bureau te gaan te zitten, en de belangrijkste lessen om te zetten in expliciete kennis. Hoe dit moet, en wanneer, is eigenlijk vooraf niet goed te zeggen. Je weet immers nog niet precies wat je allemaal tegen gaat komen bij je actieonderzoek naar een publiek probleem. Maar je moet op gezette tijden uit de brij aan informatie die je opdoet de waardevolle kennis filteren. En dit laten landen in je verdere actieonderzoek, of delen met de rest van de wereld.
10 | Actieonderzoek is nooit af
Het aanpakken van publieke problemen is als het vechten tegen een veelkoppig monster. Op het moment dat je één kop eraf hakt, duiken er weer drie nieuwe op. Publieke problemen staan nooit op zichzelf, maar zijn vaak onderling met elkaar verweven. En het een heeft invloed op het ander. Armoede hangt samen met schulden, wat vaak weer leidt tot verslaving en gezondheidsproblemen, wat kan resulteren in opvoedproblemen en agressie. En dan hebben we het nog niet eens over de gevolgen die dat hebben voor de buurt, of stad of het klimaat.
Dat maakt dat een actieonderzoek in principe nooit af is. Maar als actieonderzoeker ben jij degene die bepaalt waar af en toe een punt te zetten. Zodat jij kunt zien wat je tot dan toe hebt bereikt en je je nieuwe strategie kunt uitstippelen.